Experiment: Smeltend land- en zee-ijs
In dit experiment ga je het verschil zien tussen het smelten van landijs (bijvoorbeeld op Groenland en Antarctica) en zee-ijs (op de Noordpool). Wat is het effect op de zeespiegel?
Nodig: Een brede plastic beker of bakje, watervaste stift, zes ijsklontjes, water, boetseerklei
Deel 1: Landijs
1. Leg in de beker een stuk klei. Dit stelt het land van de Zuidpool voor
2. Vul de beker met water, zo dat de klei net niet onder water staat. Je hebt nu een oceaan om je continent (klei).
3. Zet drie ijsklontjes op de klei. Dat is het zee-ijs op Antarctica.
4. Zet met de stift een streepje op de beker tot waar het water komt.
5. Wacht tot het ijs gesmolten is.
Hoe hoog komt het water nu ten opzichte van het streepje?
Deel 2: Zee-ijs
1. Vul de beker voor ongeveer driekwart met water. Dit is zee onder de Noordpool.
2. Doe drie ijsklontjes in het water. Dit is het ijs op de Noordpool.
3. Zet weer een streepje op de beker tot waar het water komt.
4. Wacht weer tot het ijs is gesmolten.
Hoe hoog is het water nu ten opzichte van het tweede streepje?
Uitleg:
Je zult zien dat je bij smeltend zee-ijs geen stijging van de zeespiegel hebt. Dat is de Wet van Archimedes. Het landijs daarentegen zat niet in het water, maar op het land. Dit water komt dus bij het water in de oceaan, waardoor de zeespiegel stijgt.
Foto helemaal boven: Kim Hansen, CC BY-SA 3.0