Naar hoofdinhoud
Kijkdoos

Knutsel: Camera obscura

Een klein gaatje kan het effect hebben van een klein lensje. Met een klein gaatje in een muur of doos kun je de buitenwereld projecteren op de tegenoverstaande wand. Voorwaarde is wel dat het in de ruimte waar je projecteert donker is. Omdat het gaatje klein is, komt er namelijk weinig licht binnen. Het geprojecteerde beeld staat wel op zijn kop trouwens. Dat is bij één lens ook het geval.

Maak je eigen camera obscura-kijkdoos.

Nodig: Afsluitbare (schoenen)doos, priem of grote spijker, schaar/mesje, wit velletje

1.    Zorg ervoor dat de doos helemaal lichtdicht is. Maak eventuele gaten goed dicht met zwart papier.

2.    Maak aan de korte kant van de schoenendoos met de priem een klein gaatje van 2 tot 3 mm (A). Doe dit dicht bij de rechterhoek van de doos. 

3.    Aan dezelfde korte kant, maak je een wat groter gat (B). Dit moet net groot genoeg zijn om er goed doorheen te kijken met één oog: ca. 1 - 1,5 cm in doorsnede.

4.    Bedek de andere korte zijde van de doos aan de binnenkant geheel met het witte papier. Maak dit dus op maat.

5.    Sluit de (schoenen)doos aan de bovenkant. Zorg dat hij overal lichtdicht is, op de twee gaatjes na.

Je camera obscura-kijkdoos is klaar!

Het beste kun je hem uitproberen bij een felle lichtbron. Probeer eens een raam. Ga in huis aan de andere kant van het raam staan, met het raam in je rug. Kijk met je rechteroog door het kijkgat. Het kleine gaatje staat als het goed is op het raam gericht. Zorg ervoor dat er niets voor zit, zoals je hoofd. Concentreer je goed en laat je ogen even aan het donker wennen. Op een gegeven moment zie je vaag een projectie van het raam! Als je het nog niet goed ziet, kun je het kleine gaatje nog wat groter maken. Hoe groter het gaatje, hoe minder zwak de projectie wordt. Maar hij wordt tegelijkertijd ook minder scherp! 

Je kunt het projecteren ook eens proberen bij andere lichtrijke objecten, bijvoorbeeld lampen in huis.

Hoe werkt een camera obscura?

Zie de tekening hieronder. Het licht van de vlam van de kaars komt via het gaatje op een andere plek op het wit papier terecht dan bijvoorbeeld de onderkant van de kaars.

Op deze manier zou je dus ook foto’s kunnen maken. Het beeld dat je dan krijgt is alleen wel erg donker. Daarom worden er lenzen gebruikt. Die zorgen er ook voor dat het licht op de juiste plek komt, maar ze zijn groter zodat ze meer licht binnenlaten.

Een telecoop zorgt ook voor projectie. Uiteindelijk moet het beeld van de maan, planeet of nevel vergroot op je netvlies komen. Daarvoor worden een reeks lenzen achter elkaar geplaatst die samen die de lichtweg flink manipuleren. Samen met de lens in je oog, zorgen ze ervoor dat het beeld vergroot op je netvlies komt. Ook het beeld van een telescoop staat op zijn kop trouwens.